Een diagnose-behandelcombinatie (DBC), ook wel een DBC-zorgproduct genoemd, is een code van negen cijfers die weergeeft welke activiteiten worden uitgevoerd tijdens het behandeltraject. De arts of behandelaar bepaalt welke DBC wordt afgegeven. Alle prestaties die zijn te declareren worden benoemd in de DBC. Zowel de generalistische basis-ggz en gespecialiseerde ggz vallen onder de Zorgverzekeringswet (Zvw). Echter geldt de DBC-systematiek enkel voor de gespecialiseerde ggz.
Diagnose Behandelcombinatie (DBC), ofwel DBC-zorgproduct, omvat het traject tot maximaal 365 dagen dat een patiënt doorloopt wanneer hij zorg nodig heeft voor een specifieke diagnose. De DBC vormt de basis voor de declaratie van de geleverde zorg bij de zorgverzekeraar van de patiënt.
In de ggz is de DBC opgebouwd uit:
Uit deze zaken worden aparte verblijfsprestaties, behandelprestaties en/of overige prestaties afgeleid. De tarieven die gelden voor de behandel- en verblijfsprestaties worden jaarlijks vastgesteld door de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa).
De DBC-systematiek in de ggz werkt volgens het proces van registratie, validatie en afleiding.
Het proces van registratie start zodra de patiënt zich meldt bij de zorgaanbieder met zijn zorgvraag. Vanaf dat moment wordt een zorgtraject geopend, dat het zorgproces volgt voor één primaire diagnose en kan bestaan uit een initiële DBC. De openingsdatum van deze DBC is de datum waarop de eerste directe of indirecte patiëntgebonden activiteit wordt verricht door de behandelaar.
Zodra de DBC is afgesloten gaat deze door naar de validatie. Gedurende de validatie wordt de DBC gecontroleerd op een goede, technisch volledige registratie.
Tot slot wordt via de afleiding bepaald in welke productgroep / behandelprestatie de DBC terechtkomt.
De DBC en de bijbehorende behandelprestatie vormen de basis voor de factuur die naar de zorgverzekeraar van de patiënt gestuurd wordt.
Enkele zaken worden niet geregistreerd op basis van de DBC-systematiek, namelijk:
Alle zorgactiviteiten voor de patiënt dienen te worden geregistreerd op een DBC. Zorgactiviteiten kunnen worden geregistreerd in verschillende categorieën:
Binnen deze categorie kan de behandelaar diverse soorten activiteiten in het kader van zorg voor de patiënt registreren:
Voor elk van de activiteiten geldt dat er verschillende vormen van tijd kunnen worden geregistreerd: direct patiëntgebonden tijd, indirect patiëntgebonden tijd en indirect patiëntgebonden reistijd.
Verblijf
Binnen de DBC-systematiek wordt onderscheid gemaakt tussen registratie van behandelactiviteiten en verblijf. Bij registratie van een verblijfsprestatie gaat het om een ‘verblijfsdag’. In het tarief hiervoor is opgenomen dat de patiënt wordt verpleegd en verzorgd, maar niet dat deze wordt behandeld. De behandelactiviteiten gedurende de verblijfsdag dienen dus los te worden geregistreerd.
Verder wordt bij registratie van verblijf onderscheid gemaakt tussen:
Verrichtingen
Behandelaren waarvan het beroep op de openingsdatum van de DBC zijn opgenomen in de DBC-beroepentabel mogen binnen de DBC verrichtingen registreren.
Dagbesteding heeft als doel om de zelfredzaamheid van de patiënt te behouden, bevorderen of compenseren. Voor Zvw-gefinancierde geneeskundige ggz is het belangrijk dat de dagbesteding terug is te vinden in het behandelplan van de patiënt, welke wordt opgesteld door de behandelaar. Tevens is het van belang dat de dagbehandeling in het kader is van de (psychiatrische) behandeling.
Dat wilt zeggen dat dagbehandeling dus geen:
De behandelaar registreert het aantal uur dat de patiënt dagbesteding krijgt, hierin worden volgens de DBC-systematiek de volgende vormen van dagbesteding onderscheiden:
De behandelaar mag alleen patiëntgebonden tijd registreren die hij daadwerkelijk heeft besteed. Standaardtijden of normtijden per activiteit vaststellen is ook toegestaan, maar enkel als de werkelijk bestede uren worden geregistreerd. De instelling is zelf verantwoordelijk voor het vaststellen van deze normtijden.
Niet-patiëntgebonden tijd mag niet op een DBC worden geregistreerd.
Patiëntgebonden activiteiten dienen te worden geregistreerd onder indirecte tijd, directe tijd of reistijd.
Alle behandelaren waarvan het beroep op de openingsdatum van de DBC is opgenomen in de DBC-beroepentabel, mogen op een geopende DBC diagnostiek en behandeling registeren.
De administratie dient ingericht te zijn zodat een audit trail kan worden uitgevoerd. Zowel de zorgverzekeraar als de NZa dienen te allen tijden de mogelijkheid te hebben om de DBC-registratie te kunnen controleren op juistheid.
Ten behoeve van de DBC-registratie en declaratie neemt de zorgaanbieder een validatiemodule op voor registratie en declaratie van DBC’s. De module dient te zijn ingericht dat enkel DBC’s in rekening kunnen wordne gebracht die niet tegenstrijdig zijn met de inhoud van de opgestelde specificaties.
De specificaties waaraan deze module moet voldoen zijn opgenomen in het document “toelichting validatieregels ggz”, op de website van de NZa vind u de meest up-to-date versie.
De validatiemodule dient door de zorgaanbieder te worden gehanteerd als hulpmiddel om de betrouwbaarheid van de DBC’s te toetsen en juistheid van registratie te verifiëren.
Bent u op zoek naar een registratiesysteem voor ggz? Ontdek de voordelen van ons Cliënten Informatie Systeem (CIS).